Camera verloren? Zo’n dag dat alles teveel is…
De volgende ochtend voel ik heel sterk dat het klaar is met de Kungsleden. Ik hou niet van heen en weer lopen, het is nogsteeds bloedjeheet en wat we gisteren gelopen hebben was saai. Misschien ben ik verwend, misschien ben ik verzadigd, het maakt niet uit, ik wil terug naar Kvikkjokk. Om half 11 gaat de boot terug, ik heb nog vier uur om terug naar beneden te lopen en dat gaat easy peacy. Veel te vroeg ben ik weer op de steiger, maar wat is te vroeg? Ik heb de tijd aan mezelf, kleed me weer uit en geniet van het water, de zon en het gebrek aan muggen. Ik gun mezelf eindelijk het mogen genieten van even niks. Het boottochtje terug over het deltawater is heerlijk, terug zijn in Kvikkjokk ook, waar het restant van mijn spullen ligt. En nu? Wat gaan we nu doen? Waar kunnen we heen?
De Höga Kustenleden komt al een paar keer langs in mijn gedachten, de hoge kustroute, een 129 km lange route tussen Örnsköldvik en Hornöberget. Ik zoek er wat over op en kom er achter dat we nogsteeds ten noorden zijn van deze route, wat het voor mij logisch maakt om een bus en trein te nemen naar Örnsköldvik, die ik net een half uur voor vertrek boek. De trein blijkt volgeboekt, dan zou ik een dag moeten wachten. Alles in mij zegt dat wachten niet de bedoeling is, ik vertrouw erop dat we mee kunnen vanuit Murjek, waar de bus stopt. Het is volle bak in de touringcar, iedereen gaat er uit in Murjek waar we tweeëneenhalf uur moeten wachten voordat de trein komt naar Umeå. Het vertrek van de trein is 21u, hopelijk kunnen we mee anders zitten we in dit gehucht vast voor een nachtje, een gehucht waar de aankomst van de trein twee keer per dag de happening van de dag is. Veel meer is hier niet. Ik probeer desondanks om verbinding te maken met de website van de Zweedse NS maar zonder resultaat. Laat maar los, het komt goed, we zitten straks gewoon in de trein.
Met veel bombarie rijdt de trein het krakkemikkige station in, ik hijs mijn rugzak op en hou scherp in de gaten waar er een conducteur of conductrice uit komt. Een vrouw dit keer, ik loop naar haar toe en zeg dat ik problemen heb gehad met de betaling, kan ik alsnog mee tot Umeå? “De trein is volgeboekt.”, zegt ze en ze pakt een walkietalkie om aan een collega te vragen of we mee kunnen. Een paar minuten later zitten we op stoel 31 in rijtuig 16. Yes! De conductrice komt bij me omdat ik nog geen ticket heb. Die kan ik halen in het restaurant in een andere wagon. Ze biedt aan om bij Taka te blijven tot ik terug ben, super geregeld weer! Om half twee in de nacht arriveren we in Umeå, het is nogsteeds licht, een heel klein beetje schemerig. En nu, Taka? Wat gaan we doen? Waar gaan we slapen? Het is zaterdagnacht, er is genoeg verkeer op de weg, het is alles behalve stil. De volgende trein, naar Örnsköldsvik, gaat pas om half 7. Vijf uurtjes om ff een tukkie te doen. We lopen het station uit, langs het spoor, op zoek naar groen, het lijkt echter op zoeken naar een speld in een hooiberg. Langs het spoor is een enorme parkeerplaats, het lijkt meer op een leeg industrieterrein, veel afval, groepjes jongeren die bij elkaar hangen met hun autodeuren wagenwijd open. Ik observeer ze, wat voor gajes is het? Ze lijken me niet op te merken en daar ben ik blij om. Het terrein wordt steeds leger, zeker na een bepaald punt waar betonpaaltjes staan en er geen auto’s meer doorkunnen. Het is er leeg, op wat verkeerspionnen na en her en der een schuilplaats van een zwerver met wat vergane matrassen. Heb je die hier ook? Kortom, het is een armoedig zootje hier. In het midden van de grote parkeerplaats groeit een minimaal aantal struikjes, net groot genoeg om ons achter te verschuilen tegen het verkeer op de weg. Dat wordt ons nestje voor vannacht, vanaf de weg worden we in ieder geval niet gezien. Hoe armetierig het ook is, ik kan er ook om lachen. Ik heb nogsteeds de rijkdom van een matje, slaapzak en eten dus ik voel me alles behalve een zwerver en is er iets wat niet ok is met Taka aan mijn zij? Ik zie verder niemand, Taka gaat meteen naar dromenland, ik heb er toch wat meer moeite mee op deze plek. Mede ook omdat er nog een goederentrein langs dendert met twee mannen die aan een reling hangen van de trein, jongelui die ik hoor gieren en brullen en er is veel verkeer. Toch val ik in slaap maar niet lang genoeg om echt te rusten.
Zondagochtend wacht ons laatste uurtje trein naar Örnsköldvik, waar de start van de Höga Kustenleden is. Ik ben bekaf en niet zo goed gehumeurd, hoe zou dat nou komen? Moe ofzo? Het is broeierig warm, als we om half 8 het modieuze station binnen rijden is het er uitgestorven. In de hal liggen folders over de Höga Kustenleden, we kunnen meteen van start. Meteen vanaf het begin valt de route me tegen. We lopen in een stad, langs de weg, overal prikkels om ons heen. Ik merk meteen dat het me teveel is, ik wil natuur om me heen. Elke kilometer staat er een paal met daarop het cijfer van de afgelegde afstand, op het eerste paaltje staat 1, aan de andere kant 128, tis maar net van welke kant je komt. De Höga Kustenleden is extreem goed bewegwijzerd, het laat weinig ruimte voor avontuur of zelfs verdwalen, dat zit er gewoon niet in tenzij je het zelf opzoekt. We komen in een natuurreservaat waar veel mensen hun zondagochtend loopje doen met hun hond. Het wemelt er van de sportievelingen, hardlopend, op mountainbikes, je moet er maar zin in hebben met deze temperaturen. Ik wil alleen maar slapen. Naast een kleine plas waar het verboden is om te zwemmen, installeren we ons in de schaduw. Inmiddels is het negen uur, de dag is net begonnen, maar voor ons tijd om de ogen even te sluiten. Eigenlijk wil ik niet meer lopen, ik wil liggen, niks doen, totdat het koeler wordt en ik mijn energie terug heb. Maar ik geloof dat beide gevallen enige tijd nodig hebben voor er verandering in optreed. Ik klooi wat op mijn telefoon en krijg een herinnering van Google foto’s van 15 juli 2012, de dag dat ik Sjors heb laten inslapen. De laatste dag dat we samen waren, de dag dat hij herenigd werd met Sjimmie, zijn broer. De foto’s zijn net een beetje teveel van het goeie, ik laat mijne tranen de vrije loop, die lieve trouwe Sjors, alweer zes jaar voorbij. Ik mis ze allebei en besef met Taka naast me, wat een andere fase ik in mijn leven ben in gegaan sinds dien.
Ondanks de vermoeidheid wil ik verder, het is nog vroeg en ik wil voorkomen om op het heetst van de dag te lopen. Afwisselend lopen we in een beetje natuur en een beetje teveel bewoonde wereld, overdag liggen we bijna verplicht alleen maar in de schaduw, het is gewoon niet te doen. Laat in de avond, van 10 tot 12 lopen we nog een stuk, in totaal hebben we toch 15 km afgelegd vandaag, maar zelfs op deze tijden is het qua warmte niet te doen. Daarnaast doet zich hier een ander probleem voor, namelijk dat alle beekjes uitgedroogd zijn en Taka dus niet ongelimiteerd kan drinken. Dat betekent dat ik mijn drie liter waterzak maar beter vol kan hebben iedere keer en dus nog meer gewicht draag. Ik ben genoodzaakt om bij huizen aan te bellen voor water en dat voelt niet fijn. Het is een uitdaging om een vlak stuk te vinden voor de tent, uiteindelijk is het na twaalven en voel ik dat ik mijn grens heb bereikt als ik alleen de binnentent op zet tegen de muggen en onrustig in slaap val.
De volgende ochtend ben ik verrotter dan verrot, mijn water is bijna op, ik ben op het punt bereikt dat Taka uit de waterzak drinkt om zo min mogelijk water te verspillen. De hele nacht is het boven de 25 graden gebleven, alles aan mijn lijf plakt. Ik wil weg hier, stoppen met wandelen, stoppen met alles, ik wil een douche, weg uit de hitte en alleen maar slapen. Ik loop het kleine stukje naar de gravelroad en besluit te liften, ik kan geen stap meer zetten. Het is voornamelijk de combinatie van de hitte met vermoeidheid en die 25 kilo op mijn rug, geen goeie combi. Het is half negen, ik hoop dat er iemand naar zijn werk gaat vanuit dit gat met een niet al te nette auto. Bij de eerste auto is het meteen raak, een oude Volkswagen Polo, kinderzitjes en een kind achterin, mijn rugzak in de achterbak met de klep open, hij kan niet meer dicht. Ik ga op de bijrijdersstoel zitten, Taka springt op schoot, godzijdank is er airco! Ik ben alleen al dankbaar dat hij ons naar de normale weg wil brengen, dan gaan we daar vandaan wel weer liften. En zo geschied, super aardige gast! Op de hoofdweg zet hij ons af bij een parkeerhaven,
Taka bind ik vast aan de vangrail in de schaduw en daar sta ik dan, oververhit, oververmoeid met mijn duim in de lucht. Niet bepaald in mijn beste doen, de energie die ik blijkbaar uitstraal spreekt boekdelen. Elke auto die langsrijd, rijdt door. En ik kan ze geen ongelijk geven. Jezus, wat mis ik mijn auto! En het comfort en de flexibiliteit die ik daarmee heb. Ik sta in de volle zon en trek het echt niet, ondanks het windje vanaf het water. Na een half uurtje hou ik het voor gezien, dit werkt niet, ik moet uit de zon, ik heb water nodig, ik moet mijn telefoon opladen, dan kan ik een taxi bellen. Met mijn rugzak weer op gaan we lopen langs de vangrail, terug naar het dichtstbijzijnde huis, hopelijk is daar iemand die ons kan helpen. Er staat een auto op het pad en godzijdank is er iemand thuis. Mijn waterzak kan ik vullen, zij belt een taxi voor me, we zitten op haar prachtige veranda van haar helder geel geverfde huis, met uitzicht over het meer. Ondanks alles neem ik nog op hoe mooi ze hier woont. We hebben het over het weer en ze is de zoveelste die aangeeft hoe extreem de temperaturen zijn en hoe problematisch de droogte is. Oogsten mislukken, voor de boeren is het een ramp. Nog nooit in de geschiedenis hebben ze zolang achter elkaar deze tropische temperaturen gehad. Zij maakt zich net als ik zorgen over het milieu want het klopt van geen kant. Tot de taxi komt rust ik uit, laad ik mijn telefoon op en probeer ik een plek te vinden waar ik kan slapen en met Taka welkom ben. Maar dat valt nog niet mee met het slechte bereik en 6% accu. Ik bel een hotel, degene die opneemt spreekt alleen Zweeds en Spaans, dat schiet ook niet op. Hoe kan je een hotel hebben en geen Engels spreken? Desondanks laat ik me naar dat hotel brengen vanwege de schaarste aan mogelijkheden. Aan de balie tref ik dezelfde man als die ik eerder aan de telefoon had, mijn ongeduld wordt behoorlijk getest, ik wil zo graag een douche en een bed! Het is 11u, hij schrijft op een papiertje dat ik om één uur terug moet komen en dus zoek ik een plek op het terras en een stopcontact. Wat zijn we toch afhankelijk van die telefoon geworden! Ik stuur mijn moeder een appje, dat ik niet meer weet wat ik moet doen, dat het zo heet is, dat ik zo niet kan wandelen. Het huilen staat me nader dan het lachen. Ik krijg terug: “Kalmte kan je redden, zet je tentje in de schaduw op en drink veel water, hou van je, dikke kus xxx.” Ze heeft gelijk, maar zolang ik niet uit de warmte kan ontsnappen ga ik de kalmte niet vinden, het is me gewoon teveel.
Inloggen bij airbnb is ook al geen succes, er wordt gevraagd om een paspoort verificatie, een foto van mijn paspoort en van mezelf ter controle. Waarom juist nu? Waarom nu dit soort gezeik? Ik krijg het niet voor elkaar door het slechte bereik. Vol frustratie zit ik op het terras en gun mezelf een ijsje. Taka likt er ook gulzig van en omdat hij nauwelijks eten lust, verbaas ik me er over dat hij het lekker vindt. Dit wil ik filmen, het is té schattig. Vervolgens kom ik er achter dat ik mijn camera kwijt ben. Hele tas leeg, alles controleren, geen camera. Mijn overvolle hoofd slaat nog meer op hol, shit, waar is mijn camera? Ik denk terug en weet dat ik mijn camera op de liftplek voor het laatst heb gezien. En nu? Er staat zó veel filmmateriaal op! Dit kan toch niet waar zijn? Ik kan niet nadenken, maar word er door mezelf toe gedwongen. Wat heb ik gedaan? Waar ben ik geweest? In een flashback draai ik de dag achterstevoren terug. Ik heb gelift, ben bij dat huis geweest en in de taxi. Ik moet terug naar de plek waar ik stond te liften. In een soort paniek ga ik naar Google translate op mijn telefoon en tik in; “Mag ik alsjeblieft een auto van jullie lenen? Ik ben mijn camera verloren en denk te weten waar die ligt. Het is ongeveer een kwartier hier vandaan. Willen jullie me alsjeblieft helpen?!”. In het Zweeds vertaald loop ik ermee naar de dame achter de balie, met een verbaasde blik kijkt ze me aan. Iedereen gaat in druk overleg over mijn verzoek, er worden twee jonge jongens bij geroepen, één ervan is de zoon, die ook geen Engels spreekt, de ander is een werknemer die godzijdank Engels spreekt. Hij vraagt wat er aan de hand is, nou, precies dat wat ik heb opgeschreven. Ik ben mijn camera kwijt en wil terug om te zoeken! Mijn tolk gaat in overleg, hij en de zoon gaan met me mee, ik krijg de sleutel van hun auto, een bordeaux rode Ford Focus station, yes! Beiden hebben nog geen rijbewijs, tijdens de rit word er geen woord teveel gezegd. Ik uiterst gespannen, de jongens te verlegen. Terug op de liftplek zoek ik in de berm en langs de vangrail maar geen camera. Ik loop als een kip zonder kop, weet niet waar ik het zoeken moet. ‘Focus! Focus!’, tetteren de vele stemmetjes in mijn hoofd. Maar ik heb alles behalve focus. Ook bij het huis vind ik niks en na een telefoontje met het taxibedrijf levert ook dat niks op. Ik lever de auto weer in, bedank de mensen voor hun geweldige medewerking en ga terug naar Taka die nogsteeds in een hoekje van het terras ligt te slapen. Hij maakt me altijd blij, no matter what. Wat een engelengeduld heeft hij toch altijd! Daar kan ik nog wat van leren.
Eline belt, precies op het juiste moment en ik kan mijn tranen niet meer inhouden. Op de houten vloer van het terras leun ik met mijn hoofd in een hand, luisterend naar haar bemoedigende woorden. “Dit is niks voor jou Anouk! Je kan die camera niet kwijt zijn! Hij moet nog ergens liggen, het kan niet anders! Doe de buiktest.” Ik laat haar woorden zakken en weet dat ze gelijk heeft, toch ontbreekt het me aan energie om helder te kunnen denken. Ik ben toch net terug geweest? Ik heb em toch niet gevonden? We hangen op en ik beloof dat ik de buiktest ga doen. Een test waarbij het lichaam (vanuit je onderbewuste) antwoord geeft op wat je maar wilt weten. Ik zoek een rustige plek op in de schaduw en begin vragen te stellen aan mijn onderbewuste. Normaal gesproken is deze test bij mezelf heel betrouwbaar. Nu echter, in deze toestand, weet ik het nog zo net niet. “Ligt mijn camera op de plek waar ik hem ben verloren?” Ja. “Ligt mijn camera op de plek waar ik heb gelift?” Ja. “Ligt mijn camera bij het huis?” Nee. “Ligt mijn camera in de taxi?” Nee. Ondanks de heldere antwoorden vertrouw ik ze voor geen meter omdat ik totaal niet in mijn kracht sta, ik kan nu simpelweg niet op mezelf bouwen. Wat moet ik nou doen? Waar gaan we heen? Het lukt me om een privébericht te sturen naar een Airbnb adres, waar honden niet welkom zijn. Maar er is zo verdomd weinig keuze dat ik het gewoon maar probeer. Dit hotel voelt niet goed, mede door het gebrek aan communicatie mogelijkheden. Ik bel Marian en vraag of zij dezelfde test wil doen, dezelfde vragen wil stellen maar dan met de biotensor. Ik heb een blind vertrouwen in zowel Marian als de werking van de biotensor, de energetische kracht van het universum is simpelweg wonderlijk. De antwoorden zijn identiek aan die van mij. Ok, dan rest me maar één ding, nog een keer terug naar de liftplek. Ik bestel een taxi en vertel hem mijn dramadag. Hij is lief, behulpzaam en geduldig. Ik laat me bij het huis afzetten en vraag hem naar de parkeerhaven te rijden. Taka blijft is de door airco gekoelde auto. Zelf loop ik het stuk langs de vangrail terug, dit keer met meer rust en focus. Ik zie mijn camera niet en bel opnieuw Marian om de vragen specifieker te maken. “Heb je nog ff tijd om te testen met de biotensor?” Op Marian kan ik altijd bouwen, heerlijk! Aangezien hier veel rotsen zijn en steen met gruis, vraag ik of mijn camera op het steen ligt. Het antwoord is nee. Ik ben op de plek aangekomen waar Taka aan de vangrail zat en steek de weg over. De chauffeur van de taxi is blijven wachten op een plek waar schaduw is. “Ligt mijn camera op de weg?” Nee. “Ligt mijn camera in de berm in het gras?” Ik heb de vraag, waarop het antwoord ja is, nauwelijks uitgesproken of ik zie mijn camera liggen. Mijn voetjes komen van de grond, ik spring een gat in de lucht, yes! Zwaaiend met mijn camera in de lucht juich ik naar de taxichauffeur en loop ik terug. Hij had nooit verwacht dat ik mijn camera terug zou vinden en ik eerlijk gezegd ook niet. Dankzij Eline, die me aanmoedigde dat hij niet kwijt kon zijn, en dankzij Marian die voor me wilde testen. In ieder geval weer een zorg minder.
Vervolgens rijden we terug naar Örnsköldvik waar hij me af zet bij het VVV zodat ik daar wellicht een plek kan vinden om te slapen. Het VVV gaat om vijf uur dicht, daar komen we achter als we om tien voor half zes aankomen. Ja natuurlijk, past goed bij deze dag. Aangezien ik nogsteeds maar een paar procent accu heb, helpt hij me met zijn tablet om internet af te struinen. Wonder boven wonder krijg ik op dat moment een sms van airbnb, van degene waar ik een privébericht naar had gestuurd. “Is het voor 1 nacht?” Het is een 1-kamer woning waar ze zelf ook is, erg klein dus. Maar ik beaam haar dat het me niet uit maakt, alles wat ik wil is een douche en een bed, niks meer, niks minder. Ik laat me door de taxichauffeur naar de wijk rijden waar ze woont, ook al heb ik nog geen bevestiging van haar. En net als we er bijna zijn krijg ik weer een bericht dat ze niet thuis is en dat ze me om 19u komt halen in de binnenstad. Dus weer terug naar de binnenstad, het is me het reisje wel. Ik bedank de chauffeur die zo geduldig is, in ieder geval was ik een alles behalve saaie klant haha. In het centrale parkje met fontein gooi ik mijn rugzak op het gras, Taka krijgt zijn eten met een heerlijk blikje makreel erdoor en zelf maak ik ook mijn potje. Hehe, het is geregeld, nog een uur wachten en dan hebben we een huis.
Sara komt ons precies op de afgesproken tijd halen, leuke meid, klein lijffie, moeder van vier kinderen, net gescheiden. ‘Thuis’ duik ik meteen onder de douche en maakt ze nog een heerlijke salade voor ons, wat een rijkdom! Mijn bed staat in de woonkamer, wat een luxe, wat een weelde, meer heb ik niet nodig. Om 8u val ik al in slaap. Laten we deze dag maar even voor wat ie was, morgen hopelijk met vernieuwde energie weer verder…
True Nature Trails
Blogs
14. Elk einde is ook weer een nieuw beginjuli 27, 2018 - 7:48 am
13. Camera verloren? Zo’n dag dat alles teveel is…juli 25, 2018 - 1:25 pm
True Nature Trails12. De helikopter als onze redder in noodjuli 22, 2018 - 9:27 am
True Nature Trails11. Rapaätno deltajuli 21, 2018 - 11:23 am
True Nature Trails10. Over op plan B?juli 20, 2018 - 12:03 pm