Reddende engel in zicht
Zaterdag 24 juni
Vandaag is mijn lieve dinnie jarig, en ik kan niet wachten om haar vanavond, wanneer we weer bereik hebben, een berichtje te sturen. Weer veel te vroeg ben ik wakker, ik voel me goed en heb zin in de dag. Om vijf uur loop ik met onze twee waterzakken beneden naar een rivier op mijn barefoots. Taka loopt gezellig met me mee. Het is één en al moeras en water, mijn voeten maken kennis met het ijzig koude water. Als ik nog niet wakker was, dan word ik het wel van mijn koude natte voeten. Ik geniet intens van dit simpele klusje, het vullen van de waterzakken. Tegelijkertijd was ik mijn gezicht. Terug bij de tent zet ik thee zodat ik Marjolein een theetje kan geven als ze wakker wordt. Mijn lijf is wel een beetje stijf dus wat yoga kan geen kwaad. Een ultieme plek om yoga te beoefenen al zeg ik het zelf.

Als Marjolein wakker wordt gaan we samen ontbijten, wederom is het een prachtige dag met blauwe lucht, het is 15 graden. Ze heeft heerlijk geslapen, mede door een extra slaapmatje die ik gister vond, die iemand verloren heeft. Hierdoor heeft ze een dubbele bodem tegen de koude vloer. Het is haar inmiddels ook wel duidelijk dat een goed isolerend matje tegen de kou een must have is voor hier, waar je maar beter niet op kan bezuinigen. Het matje wil ik meenemen naar de eerst volgende hut, in de hoop dat we daar de rechtmatige eigenaar aantreffen.
Rond half negen gaan we op pad, we voelen ons fit en hebben nauwelijks last van de rugzak. Na een paar honderd meter blijkt dat we op het 16 km punt aankomen, hoe bizar dat we er zo dichtbij waren! Mijn intuïtie had het goed, we zijn ervan in onze nopjes. Het deel wat we nu lopen heb ik in 2013 al eens gelopen, sommige delen herken ik, andere delen lijken compleet nieuw voor me. Urenlang lopen we langs de Djupa rivier richting de Midtnuten berg (1412 m). De zon is wat mij betreft veel te warm, ondanks de zonnebrand voel ik de huid in mijn gezicht trekken en vooral mijn lippen die gortdroog zijn. Ook Taka heeft last van de stijgende warmte. Al snel komt daar een oplossing voor, een sneeuwvlakte langs het pad. Ik weet nu al hoe hij daar op reageert dus ik doe zijn rugzak af en laat Marjolein hem vast houden totdat ik me geïnstalleerd heb met mijn camera. Als hij los is heeft hij eerst nog niet door wat de
bedoeling is maar dat duurt niet lang. Zodra hij de sneeuw ziet gaat hij LOS!! Met zijn wangen schuift hij over de sneeuw, zijn kont in de lucht, draaiend naar links en naar rechts, om zich daarna te laten vallen. Hij schuift en glijd over de kou die hij het liefst wil absorberen. Hier moet ik van huilen, kijk dan, hoe hij geniet! Het lijkt wel een ijsbeertje die net terug komt uit de Sahara. Als hij uitgegleden is gaat hij als een dolle rondjes rennen en komt niet meer van het ijs af. Het meer ernaast is prachtig, met grote keien aan de rand en de spiegeling van alles om ons heen, er staat geen zuchtje wind omdat we net achter een helling zitten. Hier blijven we even voor een welverdiende break.
Daarna volgt een stuk waarbij ik het zwaar krijg. Ik loop ver voor op Marjolein, allebei zijn we verzonken in onze eigen wereld, we stappen en stappen maar voort. Als we bij de berghut aankomen waar we gehoopt hadden om wifi te hebben, water te kunnen tappen en mijn drone te kunnen opladen, blijkt deze dicht. Verlaten en stil is het hier, het heeft iets mysterieus. Dus ook de eigenaar van het matje is nergens te bekennen. Aan de zijkant van de hut zitten we uit de wind en gaan we lunchen, koken we onze lekkere curry’s. Ik ben gaar en voel dat ik echt even een uur nodig heb om te rusten, mijn gezicht is voelbaar verbrand, alles trekt en is pijnlijk. Ik rol mezelf in de foetushouding, tegen Taka aan, en val in een diepe slaap. Marjolein kan niet slapen, zij maakt de trip naar beneden naar het Langesjøenmeer om onze waterzakken te vullen. Op het moment dat ze terug komt zijn we een uur verder en ben ik blij dat het water halen al gebeurd is en we onze route kunnen vervolgen. De lucht is inmiddels dicht getrokken, we moeten stevig klimmen van 1200m naar 1400m en dat valt niet mee. We zeggen niet veel, hebben al onze energie nodig om boven te komen. In de verte is te zien dat de regen met bakken uit de lucht komt, de eerste spatjes hebben ook ons al bereikt. Tijd om ons om te kleden dus en ons regentenue aan te doen.
De rest van de middag lopen we over het Skyttarbudalen, boven op het bergplateau, waarbij we iedere keer omhoog lopen, een berg op, en weer naar beneden een dal in. Af en toe een spatje regen maar het mag geen naam hebben, de verwachtte bui komt niet. Er lijkt geen eind aan te komen, elke keer hoop ik dat als we boven zijn, ik het Halnefjord zie liggen, het meer waar we worden opgehaald met de boot. Maar elke keer is daar de teleurstelling, nog een berg, nog een dal. We lopen al negen uur en zijn kapot. Ook Taka is moe, hij loopt inmiddels achter me en kijkt me af en toe hoopvol aan of hij de rest van de dag mag slapen. Ik maak me zorgen, vraag ik niet teveel van hem? Uiteindelijk zet ik mijn telefoon aan met navigatie, omdat ik weet dat we bij het Halnefjord weer bereik hebben. Nog 4,5 km, oh mijn god, dat is nog zeker minimaal anderhalf uur lopen op dit terrein! Allebei zitten we op een kei, te puffen en te steunen, we hebben onze grens bereikt.
Taka wil steeds mijn gezicht likken, ik vermoed vanwege het zout van mijn zweet. We voelen ons inmiddels verwilderde pakezels met een vies plakkend lijf, vieze handen en een pruik alsof we onder stroom staan. De hut lonkt, we verlangen zo onwijs naar warmte, een douche en een normaal bed. We gaan maar weer lopen maar mijn gedachten van hoe ver het nog is laten me niet meer los, ik zit vast in mijn monkeymind, een loop die me steeds weer bevestigd dat ik moe ben en eigenlijk niet meer wil en niet meer kan. Weer check ik de gps, nog 100 meter! Ik schreeuw over de vlakte naar Marjolein, NOG 100 METER! Maar zowel de 4,5 km als de 100 meter blijken niet te kloppen, beiden zijn veel langer.
Als het Halnefjord in beeld komt besef ik dat we nog zeker een uur moeten lopen voordat we beneden zijn, wat nou 100 meter? Die navigatie van Google Maps hebben we ook geen reet aan. Inmiddels hebben we weer telefonisch bereik en kan ik mijn verjaardagsberichtje naar mijn vriendin sturen. Ik krijg er vleugels van, het einde is in zicht, het einde van vandaag. Maar daar blijken we ons vies in te vergissen. De steiger waar de boot kan aanleggen is in zicht, het moment waarop ik Geirmund bel, de man van de hut die ons komt halen. “Over ongeveer een half uur zijn we bij de steiger, kom je ons halen?” De hut ligt aan de andere kant van het meer, ongeveer een kwartier varen. Als we beneden aankomen zijn we tien uur onderweg, helemaal gaar, tegen het randje van uitputting. En alsof het nog niet genoeg is, krijgen we er nog een verrassing bij, de brug over de rivier is weg. Op twee punten zien we ijzeren pennen in de enorme rotsblokken verankerd, maar op beide plekken geen brug. En nu? We kijken naar de rivier, of er een plek is waar we kunnen oversteken. Met onze vermoeide lijven klauteren we over de rotsblokken maar overal kolkt het water met enorme kracht naar beneden en is de rivier notabene veel te breed. Zelfs op plekken waar het eventueel zou kunnen, is het onmogelijk met Taka, die geen held is als het om water gaat, en met de rugzakken die ons uit balans trekken en gewoon te zwaar zijn. Ik bel Geirmund opnieuw en er wordt ons gezegd dat we naar beneden naar het meer moeten lopen, dat het daar wel kan. Taka is ook kapot, dus ik doe zijn rugzak af en doe die er bij mij boven op. Ik wil ten alle tijden voorkomen dat hij te zwaar wordt belast, wat nu eigenlijk al is gebeurd. Met nog meer gewicht op mijn rug klauteren we langs de waterkant naar beneden. Marjolein haalt een magische reep chocolade tevoorschijn, dat geeft ons weer de kracht om door te lopen, hoe simpel kan het zijn? Maar helaas heeft Geirmund het mis, beneden is de rivier nog breder en onmogelijk om over te steken. Eerst maar even zitten en uitrusten, Taka krijgt eerst een bak met voer, dan opnieuw Geirmund bellen. Hij vertelt ons dat we zo dicht mogelijk naar de waterkant moeten lopen in de hoek van het meer. Hij zegt dat we nog wel even moeten wachten vanwege de weersomstandigheden. Het meer aan de andere kant blijkt dicht te zijn van de mist. Te gevaarlijk om te varen. Met wat voor boot komt hij in godsnaam? Overal zijn keien langs de rand van het meer, daar kan hij toch nooit bij komen? Hoe moet dat met Taka als hij over het water de boot in moet worden getild? Allerlei scenario’s gaan door ons hoofd, slapen we vanavond in de hut? Of moeten we hier onze tent neerzetten? Ondanks de verrassing zijn we beiden bijzonder rustig en vertrouwen we dat het goed komt, welke uitkomst het ook wordt.
Ondertussen zijn we 11 uur onderweg, bizar hoe we dit hebben gedaan en ook hoe Taka het doet. Na een korte pauze ploeteren we verder aan de waterkant, waar de bodem afgewisseld wordt tussen moeras en stenen. We vinden een plek waarvan wij denken dat hij daar met de boot kan komen, al wordt het echt wel een uitdaging omdat het ondiep is en er keien liggen. En dan gaan we zitten, wachten tot we ergens op het meer een boot zien aankomen. Het meer is in de verte gehuld in een dikke laag mist. We hadden gehoopt op een warme maaltijd in de hut maar het is inmiddels zo laat dat we hier aan de waterkant maar besluiten ons eten te maken. We weten toch niet hoe lang het duurt voordat hij komt en we worden humeurig van de honger. Maar nog voordat ons water kookt zien we een bootje aankomen. Allebei springen we op, worden we gedreven door een enorme adrenalinekick, we moeten zwaaien! Zwaaien! Hij moet ons zien! Hij ziet ons niet! Shit!
Marjolein pakt haar feloranje regencape en zwaait ermee in de lucht. Taka snapt niet waar de heisa allemaal over gaat. Ik probeer zo snel mogelijk alle troep weer in te pakken als Geirmund ons heeft gezien. Het is een speedboot met een enorme hoeveelheid pk. Oh jee, dat wordt spannend met Taka! Geirmund wijst naar een plek waar we naar de kant moeten, wederom door de dichte struiken en moerasbodem soppen we naar de kant van het water. Allebei een big smile op ons gezicht, het voelt als een grote redding, de redding waar we zo lang op hebben gewacht. Beide helemaal hysterisch van de euforie. Geirmund stapt van de boot af en houdt de boot stevig vast. Eerst Marjolein erop en de rugzakken, daarna Taka. Hij begint met zijn voorpootjes op de boeg, dapper incasseert hij wat de bedoeling is. Maar de boot beweegt door de golven en de wind en dat is toch net iets teveel van het goeie. Hij vind het doodeng en zonder dwang gaat het em niet worden. Als een kat in het nauw gedreven probeert hij me zelfs te bijten, de arme schat, ik heb zo met hem te doen. Ik voel dat hij wordt herinnerd aan het moment dat hij in Roemenië bruut gevangen werd maar nu door degene die hij het meest vertrouwd. Dan til ik hem met tuig en al de lucht in op de boot, om het hele gebeuren vooral niet te lang te laten duren, en springt hij erin. Zelfs spring ik erachter aan en duiken we in de kleine ruimte. We nemen plaats op de comfortabele stoelen, Taka gaat op de grond liggen. Geirmund kijkt zorgvuldig hoe de boot in zijn achteruit kan en als hij de motor daarvoor gebruikt komen we toch tegen een kei aan, oops. Verwachtingsvol kijken we naar hem, het water en waar de boot heen gaat maar gelukkig blijft het bij die ene kei. Daarna gaan we plank gas richting de hut. Geirmund staat buiten en wij gieren het uit; “You are our saving angel!!!!!!!”. Want zo voelt hij, als onze reddende engel. Ik vraag Geirmund waarom de bruggen er niet hangen. “Tja, die worden morgen geplaatst.” Dat hebben wij weer… Ondanks dat, hadden we beiden dit avontuur niet willen missen.
De boottocht gaat met veel klappen op het water gepaard, we varen recht tegen de golven in en inderdaad is de andere kant van het meer volledig in de mist. Hebben wij ff mazzel!
We bestellen patat in de vorm van zelf gebakken aardappels in partjes met mayonaise, zo’n stevige hap hebben we wel verdiend. Toch nog een lekkere niet zelf verzorgde maaltijd haha. Als twee uitgehongerde zwervers vallen we aan. Daarna wacht die zo verlangde warme douche en terwijl ik er onder sta en net mijn haar en lijf heb ingesopt kom ik van een koude kermis thuis. Na een minuut wordt het water koud en niet meer warm. Daar sta ik dan, te verkleumen in de douche. Geirmund komt kijken wat er is maar hij krijgt het niet voor elkaar. Uiteindelijk krijgen we de sleutel van een andere hut om daar te douchen. Tot op het bot verkleumd maak ik daar het ritueel af maar warm wordt ik niet meer. Ik ben oververmoeid en over mijn grenzen gegaan. Ik voel de rillingen over mijn lijf en ook mijn keel speelt binnen no-time op, mijn neus doet zeer en de huid op mijn gezicht is niet blij, ik heb me wel eens beter gevoeld. Ik vul een lege capsule met essentiële oliën, een soort van weerstand-kick, om te voorkomen dat dit door slaat naar ziek worden en duik meteen in het heerlijke bed met donzen dekbed. Op het zelfde moment krijgt Marjolein ook nog het cadeautje van een koude douche, nadat ze helemaal ingesopt is en komt ze verkleumd terug uit de nader hut. Het was een bijzonder intense dag…
True Nature Trails
Blogs
14. Elk einde is ook weer een nieuw beginjuli 27, 2018 - 7:48 am
13. Camera verloren? Zo’n dag dat alles teveel is…juli 25, 2018 - 1:25 pm
True Nature Trails12. De helikopter als onze redder in noodjuli 22, 2018 - 9:27 am
True Nature Trails11. Rapaätno deltajuli 21, 2018 - 11:23 am
True Nature Trails10. Over op plan B?juli 20, 2018 - 12:03 pm